Verkeerslichten in Amsterdam

Verkeerslichten (officieel: Verkeers-Regel-Installaties oftewel VRIVRI Verkeers Regel Installatie’s) zijn vooral nodig waar veel auto’s rijden. Zijn er maar weinig of geen auto’s, dan kunnen voetgangers, fietsers en het OV het (bijna altijd) prima onderling regelen. Maar op heel wat plekken in Amsterdam zijn er wel veel auto’s, en dus VRI’s.

Werking

Een VRI werkt volgens een vast patroon, een cyclus, waarin alle verkeerssoorten en richtingen aan de beurt komen. In de loop van een dag kunnen die cycli (of cyclussen) veranderen. Bijvoorbeeld. korter worden in rustige tijden of juist langer in drukke tijden. Een aankomende bus of tram (OV) kan vaak ingrijpen op de cyclus, d.w.z. groen licht vragen voor zichzelf.

WVA

De Werkgroep Verkeerslichten Amsterdam (WVA) is verantwoordelijk voor de VRI’s in de stad. Als Fietsersbond hebben we daar goed contact mee. Wij doen bijvoorbeeld elke week mee aan het ‘Kruispunt van de week’. Dan wordt in de ochtendspits een kruispunt ter plekke grondig geïnspecteerd en geanalyseerd, en wordt bekeken of dingen beter kunnen.

Afwegingskader

Er bestaat ook een ‘Afwegingskader VRI’, met richtlijnen voor de afstelling van de lichten. Van belang zijn bijvoorbeeld of het kruispunt het verkeer kan verwerken, en wat de effecten zijn op het volgende kruispunt. Ook het soort verkeersdeelnemer (OV, auto, fiets, voetganger) dat op die plek voorrang heeft, weegt mee − en dat hangt weer af van de wegcategorie (al dan niet plus- of hoofdnet).
Een toets bepaalt of een kruispunt regelbaar is, d.w.z. of iedere verkeersdeelnemer na een bepaalde maximale tijd aan de beurt komt. Zo’n maximum dient ook ter voorkoming van files of opstoppingen (voor iedereen ongewenst) en ook van rood licht negatie (voor iedereen gevaarlijk). Als een toets negatief is, dan moet het kruispunt eigenlijk opnieuw worden ontworpen, maar dat is nooit iets dat snel te regelen is.

Regelen is complex

In de praktijk wordt het ‘Afwegingskader VRI’ niet altijd gevolgd: het OV krijgt bijvoorbeeld vrijwel altijd voorrang. Dat het OV goed door moet kunnen rijden is te begrijpen (een volle bus of tram zijn veel mensen). Ook telt dat oponthoud voor het OV duur is, en vooral in deze post-coronatijd met de ontstane financiële zwakte van de OV-bedrijven, weegt dat zwaar.

Maar als in één cyclus een tram driemaal voorrang krijgt, dan wordt de cyclus vaak te lang voor de andere soorten verkeersdeelnemers, zoals fietsers. En dan wordt het tijd om aan de bel te trekken.


Meer weetjes over VRI’s en kruisingen

Een uitgebreid artikel over verkeerslichten in Amsterdam vind je hier, met een link naar een fraaie website over hoe 4 kruispunten concreet zijn aangepakt. Ook niet te missen is een digitale kaart met alle VRI’s in Amsterdam, inclusief hun nummers en hun ‘geboortejaar’.