Onderzoek geluidsoverlast

Onderzoek geluidsoverlast

De Universiteit Groningen houdt een landelijk onderzoek naar de ervaringen met geluidsoverlast.

‘Hoewel geluidsoverlast dodelijk kan zijn, is de huidige wetgeving geluidhinder geen garantie tegen geluidsoverlast,’ betoogt Tjeerd Andringa, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen.’ Met collega Jolie Lanser onderzoekt hij door middel van een online-enquête wat wel en niet wordt ervaren als geluidsoverlast en waarom. Iedereen die in het dagelijks leven gehinderd wordt door geluidsoverlast, kan deelnemen aan het onderzoek via www.soundannoyance.com/onderzoek.html

Recent heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geconcludeerd dat in West-Europa jaarlijks meer dan een miljoen gezonde levensjaren verloren gaan door geluidsoverlast. Alleen het effect van luchtverontreiniging is groter. Andringa: ‘Om te voorkomen dat geluidshinder over een aantal jaren de grootste boosdoener is, moet er nieuw beleid en nieuwe wetgeving ontwikkeld worden.’

Wetgeving
De wetgeving, waarvan de basis is gelegd in de jaren zestig, was eigenlijk niet bedoeld om geluidshinder te voorkomen. Het was vooral een middel tegen de ongebreidelde groei van allerlei geluidsbronnen, zoals auto’s, vliegtuigen en festivals, waardoor het steeds moeilijker werd om rust te vinden. Door meetbare criteria op te stellen, op basis van de luidheid in decibels, is paal en perk gesteld aan deze groei. Vaak is zelfs een reductie van het geluidsniveau gerealiseerd.

Vogels en muggen
Onderzoek heeft echter aangetoond dat beneden een heel normaal niveau van 60-70 dB niet luidheid het grootste probleem is, maar de hoorbaarheid en herkenbaarheid van sommige bronnen. Mensen klagen zelden over het geluid van wind, regen of vogels, maar het geluid van een mug, ruziënde buren, crossende motoren, schreeuwende kinderen en zoevende windmolens leidt wel tot klachten; ook als het niveau van deze bronnen ruim binnen de wettelijke normen vallen.

Betekenismeter
Andringa: ‘Het probleem is dat mensen geen decibelmeters zijn. Ze zijn zelfs heel erg slecht in het inschatten van geluidsniveaus. Een verschil van 3 dB, dat het verschil tussen het al of niet geven van een vergunning kan bepalen, is amper waarneembaar. Mensen zijn veel meer “betekenismeters” dan decibelmeters. Voor het gebied onder de 70 dB is de betekenis van de bron veel belangrijker dan de geluidssterkte. En dat zit niet in de wet.’

Ergeren
Collega onderzoekster Jolie Lanser is ervan overtuigd dat we niet goed weten hoe geluidshinder ontstaat. ‘Mij interesseert waarom sommige mensen zich relatief snel en andere zich langzamer aan bepaalde bronnen gaan ergeren. En waarom juist aan die bepaalde bronnen en niet aan andere? Dat de ene persoon gewoon gevoeliger voor geluid zou zijn dan de andere, is voor mij veel te simpel. Bovendien kun je er geen verbeteringen door beleid op baseren.’

Vragenlijst
Lanser heeft een vragenlijst ontwikkeld om te onderzoek hoe ernstige geluidshinder door bepaalde bronnen ontstaat. Lanser: ‘We proberen te achterhalen wat voor soort gemeenschappelijke historie (zwaar) gehinderde mensen hebben en welke negatieve effecten de geluidsbronnen hebben op hun dagelijks leven. Natuurlijk zijn er grote verschillen tussen mensen, maar er zijn ook overeenkomsten: zo zijn er maar een relatief klein aantal geluidsbronnen waar mensen zich snel aan ergeren. We proberen nu via de online-enquête te achterhalen wat juist deze geluidsbronnen zo hinderlijk maakt.’

Verbetering beleid
Volgens Andringa is het nu hoog tijd om aan nieuw beleid te gaan werken. Geluid moet niet langer uitsluitend gezien worden als een potentiële bron van overlast. Het kan ook gezien worden als een hulpmiddel voor het creëren van plezierige geluidsomgevingen. ‘Nu is de decibel het enige criterium. De overige kwaliteiten van het geluid zijn in het geheel niet van belang. We moeten toe naar het creëren van gebieden waarin bepaalde waarden centraal staan. In een natuurgebied hoort geen herrie, maar in een industriegebied mag het wel. Trouwens, soms kun je een vervelend geluid minder hinderlijk maken door extra geluid toe te voegen. Dat geeft meer decibellen, maar minder hinder en dus meer welzijn.’



Lees ook

Omgedraaide haaientanden

Tot voor kort kwam dit alleen voor op de Amstelveenseweg bij het Vondelpark: overstekende fietsers krijgen voorrang van fietsers van rechts. Wij pleitten er al langer voor om dit vaker te doen. De gemeente deed een proef en nu de uitslag positief uitpakt, wordt het breder ingevoerd.

Veilig fietsen kan niet zonder meer veilige ruimte

Hoe breed moet een fietspad zijn? Volgens de gemeente moeten gewone fietspaden bij voorkeur minstens 2,50 meter breed zijn;...

De missende ketting van Noord

Wanneer reisde u voor het laatst met het Distelwegveer? Dat is een vraag die ook veel Noorderlingen niet zo...