Het Amsterdamse fietsnetwerk (Plus- en Hoofdnet Fiets) is cruciaal om snel, veilig en comfortabel door Amsterdam te fietsen. Gezien de wens van de gemeente om autoluw te worden, kan de waarde van dit fietsnetwerk niet worden overschat. En toch gaat het er niet goed mee. Hoewel er door de gemeente veel is gedaan aan het verbeteren van kruispunten, is een aantal onderdelen ervan verslechterd.
Fietsersbond Amsterdam heeft een inventarisatie gemaakt van wat er verslechterd is, wat aangetast dreigt te worden en wat beter kan. Uit die inventarisatie kunnen een paar algemene conclusies getrokken worden.
Wie gaat over het fietsnetwerk?
Sinds enige jaren zijn de stadsdelen verantwoordelijk voor onderhoud, behoud en eventuele uitbreiding van dit netwerk − voor zover het binnen hun grenzen valt. Voorheen lag die verantwoordelijkheid bij de Centrale Stad, waar men zicht had op het belang van het totale, de hele stad omspannende netwerk. Die verandering is een gevolg van het feit dat men het stadsdeel-budget voor herinrichtingen en kleine aanpassingen aan het netwerk verhoogd heeft van 5 naar 20 miljoen euro. Daardoor kunnen de stadsdelen over de besteding ervan beslissen, tenzij het om een wijziging gaat die gevolgen heeft voor het netwerk buiten hun stadsdeelgrenzen. Een probleem daarbij is dat stadsdelen vaak geen duidelijk besef hebben van het stadsdeel overstijgende fietsnetwerk en het belang daarvan, terwijl er bij de Centrale Stad geen instantie meer is die dat stedelijk belang bewaakt. En zo kan het gebeuren dat een onschuldig ogende ingreep in een stadsdeel het totale netwerk wezenlijk beschadigt zonder dat daar in de Centrale Stad een haan naar kraait. Voor de Fietsersbond is dat ook een probleem: want waar moeten we nu aankloppen als zulke schade dreigt te ontstaan? Bij het stadsdeel dat de schade niet beseft of bij de gemeente waar niemand er over gaat?
Conclusies van de inventarisatie
Fietspaden – Soms kan het weghalen van smalle fietspaden de fietser ten goede komen (bijvoorbeeld als ze worden vervangen door een brede fietsstrook of een voldoende brede fietsstraat). Maar vaker zien we een verslechtering. De Spuistraat is hiervan het beruchtste voorbeeld. Het fietspad, dat veel gebruikt werd, is weggehaald en de rijbaan is aangewezen als een fietsstraat. Maar de rijbaan van 3,40m is daar veel te smal voor, en sowieso te smal voor een voor fietsers veilige straat met gemengd verkeer. Als vrachtwagens midden op straat stil staan − en dat gebeurt nogal eens − kunnen de fietsers er noodgedwongen alleen op de stoep langs. En wanneer een auto met haast zich langs een langzame fiets probeert te wurmen, ontstaat er gevaar. Deze benarde situatie zien we vaker, zoals bij de plannen voor de Marnixstraat Noord. Ook het besluit om deze richting op te gaan in de Plantage Middenlaan is zorgwekkend.
Shared Space – Steeds vaker worden fietsers op het fietsnetwerk geconfronteerd met stukken ‘shared space’. Dan is snel, veilig en comfortabel fietsen er niet meer bij. De Nemo-route met de brug naar het Oosterdokseiland − officieel shared space geworden − is een voorbeeld waar fietsers steeds meer worden verdrongen door groepen wandelende toeristen. Door het afsluiten in het Centrum van oost-westverbindingen worden de resterende routes te druk. Ook in parken worden doorgaande fietsers in toenemende mate geconfronteerd met shared space, zoals op het drukke fietspad door het Noorderpark. Dat is ronduit onveilig, omdat veel fietsers daar moeten kunnen doorrijden om op tijd op hun werk te komen en de pont te halen.
Wegdek – Nieuw wegdek op fietspaden en fietsstroken is voor fietsers steeds vaker onprettig om te rijden. Tegels komen los te liggen in droge zomers of worden door boomwortels omhoog gedrukt; klinkers verzakken, wat grote oneffenheden veroorzaakt, met name bij putdeksels en andere ingebedde objecten. Een dieptepunt vormen de akelige keitjes op de Dam, Spui en recentelijk uitgebreid tot achter het Paleis). Terwijl bekend is dat oneffen wegdek (tegels, klinkers, keitjes) 40% meer inspanning vergt van de fietser, en ernstige hinder oplevert voor oudere mensen en bij het vervoer van kwetsbare voorwerpen. In Zuid krijgen veel fietspaden tegels, waar asfalt logischer zou zijn.
We hebben de gemeente in een brief op deze verslechteringen aangesproken en uitgenodigd voor overleg.