Grote blauw geschilderde vlakken op de asfaltgrijze rijbaan op de Constantijn Huygensstraat. Hier mag je als snelle fietser sinds 18 april even een stukje op de rijbaan fietsen. Wethouder Melanie van der Horst gaf het startsein voor deze proef door met een aantal mensen het fietspad te verlaten en zich als ‘snelle‘ fietser op de rijbaan te begeven. Ook de Fietsersbond was van de partij. Overal stonden journalisten met schrijfblokjes en camera’s opgesteld om de start van deze bijzondere proef vast te leggen.
Bijzonder
Immers, fietsers mogen als er een verplicht fietspad is niet op de rijbaan rijden. Waarom dan nu ineens wel? De gemeente wil onderzoeken of dit een oplossing is voor de grote verschillen in snelheid op het fietspad. De laatste jaren zijn die verschillen enorm toegenomen met de komst en sterke groei van e-bikes, waaronder vooral ook de fatbike. Die snelheidsverschillen, die vaak gepaard gaan met grote verschillen in massa, leiden tot meer en ernstiger ongelukken. Het aantal doden onder fietsers in het verkeer is de laatste paar jaar sterk toegenomen en een deel daarvan is te wijten aan de opkomst van de e-bike en fatbike. De gemeente redeneert: zolang we nog geen fietsstraat aan kunnen leggen, proberen we met andere middelen de fietspaden weer veiliger te maken.
Eerste indrukken
Wat waren de eerste indrukken van de mensen die aan de proef meededen? “Lekker snel en comfortabel rijden. Asfalt wegdek en geen tegels, die vaak los of scheef liggen”. En: “Nu hoef ik niet steeds achter die langzame fietsers te rijden, ik ga op mijn e-bike veel harder.” Maar ook daar zijn er hobbels. Zoals bestelbusjes die zomaar op de rijbaan stopen om pakjes af te leveren of een file voor het stoplicht. Op het fietspad heb je daar meestal minder last van. En daarbij, de rijbaan is smal, het is lastig om je langs een stilstaand busje te wringen of klem te raken tussen de stoepband en een auto die er toch per se langs wil. Automobilisten zijn er niet onverdeeld gelukkig mee. Een fietser die 25 km per uur rijdt houdt de snelle jongens op, ook al mogen ze niet harder dan 30 km/u.
De proef gaat drie maanden duren. Wat er gebeurt en wat mensen daarbij voelen en doen wordt goed gemonitord en op het eind van de proef geëvalueerd.