Bijna 128.000 Amsterdammers fietsen naar het werk. 120.000 hiervan werken in de stad, bijna 8.000 Amsterdammers stappen regelmatig op de fiets naar een werkplek buiten de stad. Aldus de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente.
Vooral werkfietsen in Centrum, Zuid en West
Amsterdammer die buiten de stad werken (ongeveer 106.800 personen) gaan vaak met de auto (54%) of het openbaar vervoer (39%). Een kleine minderheid (7%) fietst naar gemeenten net buiten Amsterdam, zoals Diemen of Amstelveen. Binnen de ring A10 wordt meer gefietst dan erbuiten, zo bleek al uit eerder onderzoek. Dat geldt ook voor woon-werkverkeer. Inwoners van de stadsdelen Centrum (59%), Zuid (57%) en West (57%) fietsen het meest naar hun werk. Buiten de ring A10 fietst een kwart (Nieuw-West en Noord) of minder (Zuidoost 17%) naar het werk. Bewoners van Zuidoost nemen vooral het openbaar vervoer naar hun werk terwijl bewoners van Nieuw-West en Noord relatief vaak met de auto gaan.
Het maakt een groot verschil of de werklocatie in stadsdeel Centrum ligt of in een ander deel van Amsterdam. Van alle Amsterdammers die in stadsdeel Centrum werken, fietst maar liefst 60% naar het werk, van degenen die elders in de stad werken neemt 38% de fiets.
Laag opgeleide allochtone mannen vs hoog opgeleide autochtone vrouwen
Heel veel Amsterdammers fietsen naar hun werk. Maar vooral hoog opgeleide Amsterdammers, autochtonen en westerse allochtone en vrouwen stappen relatief vaak op de fiets. Niet-westerse allochtonen gaan veel minder vaak dan autochtonen op de fiets naar hun werk. Toch hangt ook onder deze groep fietsen samen met het opleidingsniveau. Hoog opgeleide niet-westerse allochtonen fietsen veel vaker dan laag opgeleide niet-westerse allochtonen naar hun werk, de laatste groep pakt vooral het openbaar vervoer. Werknemers in de sectoren onderwijs, overheid en cultuur fietsen het meest. Daarentegen gaan relatief weinig Amsterdammers die werkzaam zijn in de bouw, industrie en de vervoerssector met de fiets. Zij pakken juist relatief vaak de (bedrijfs)auto.
Bron: verkeersnet.nl en O+S