De gemeente Amsterdam mag graag goede sier maken met haar fietsstraten. Maar dat is alleen terecht als die fietsstraten voldoen aan de voorwaarden die daar voor gelden. In de praktijk schort het daar nogal eens aan. Belangrijke voorwaarden zijn een voldoende breedte en weinig autoverkeer (dat niet hard rijdt). Wordt aan die voorwaarden niet voldaan, dan is de fietser beter af met (voldoende brede) fietspaden of fietsstroken (foto onder).
Is het in België wettelijk verboden om fietsers in een fietsstraat in te halen, in Nederland is dat niet zo. In Nederland biedt de status van ‘fietsstraat’ fietsers in feite geen enkele wettelijke bescherming tegen het gevaar van auto’s die snel en/of rakelings passeren. Bij fietsstraten met auto’s in één richting en fietsers in beide richtingen komen − als er gepasseerd wordt − vooral de fietsers in de tegenrichting in de knel. Dan is een brede fietsstrook beter: die schept door de witte scheidingsstreep afstand tussen de fiets en de passerende auto. In een fietsstraat ontbreekt die markering die de automobilist op afstand houdt. Voorbeelden van zo’n fietsstrook-straat zijn inmiddels aangelegd op de 1ste Const. Huygensstraat tussen Overtoom en PC-Hooftstraat (foto boven) en op de Ceintuurbaan tussen de Ferdinand Bolstraat en het Sarphatipark (foto hieronder).
Opgeblazen Fiets Opstel Strook (OFOSOFOS Opgeblazen Fiets Opstel Strook)
Straten met fietsstroken hebben nóg een voordeel boven fietsstraten: bij een kruising is op een fietsstraat geen OFOS mogelijk. Hieronder zien we waar dat toe leidt op de Weteringsschans bij het Weteringcircuit.
Omdat op de rijbaan van een fietsstraat het verkeer gemengd is, geldt bij de stopstreep bij verkeerslichten: wie het eerst komt, het eerst maalt. Hierboven is dat de bestelbus en krap aan één fietser. Vergelijken we deze benarde situatie met die op de Eerste Const. Huygensstraat (foto hieronder) dan is het verschil duidelijk: door de fietsstrook kunnen auto’s door een verder terug liggende stopstreep achter de fietsers op het brede fietsopstelvak gehouden worden. Bij groen licht gaan de fietsers daardoor vóór de auto’s de kruising over.
Door fietsers een kruising over te laten steken voordat de auto’s aan de beurt komen, wordt die kruising aanzienlijk veiliger voor fietsers. Niet alleen is de kans op een dodehoek-ongeval minimaal, ook de kans op rood lichtnegatie is kleiner (zie ook hier). Een bijkomend voordeel is dat automobilisten door hun achtergestelde positie aan den lijve ondervinden dat je beter kunt fietsen dan autorijden.
Tweerichting fietsstraat
De Weesperzijde wordt op dit moment heringericht als een 2-richting fietsstraat. In opzet een goed idee, maar hier gooit de uitvoering roet in het eten. In strijd met de plannen is hier in het midden een verhoogde klinkerstrook aangebracht die een gevaarlijke richel vormt. We houden ons hart vast.
Conclusie
Een straat transformeren naar een fietsstraat, kan voor fietsers goed uitpakken. Maar dan moet die fietsstraat wel voldoen aan de voorwaarden. Drie belangrijke zijn:
- hij moet minstens 4,50m breed zijn,
- hij moet kwa auto’s alleen bestemmingsverkeer toestaan, en
- het aantal auto’s moet beperkt zijn.
In Amsterdam wordt zelden aan die voorwaarden voldaan. In dat geval zijn 30-km straten met brede fietsstroken (in asfalt) veiliger en toegankelijker voor kwetsbare fietsers. Ook moet Amsterdam strenger toezien op de correcte uitvoering van hun plannen.