‘Meer ruimte voor fiets, voet en OV’, dat was bij de herinrichting van de Nieuwezijds het inmiddels vertrouwde motto. Dat is ten dele gelukt: bijna alle autoparkeerplekken zijn verdwenen, er is éénrichting-verkeer ingevoerd, met in de tegenrichting een vrijliggend fietspad. Maar het is opvallend hoe weinig mensen er eigenlijk fietsen.
Nu valt het al niet mee om hier vanaf het Stationsplein te komen − met de Prins Hendrikkade en Martelaarsgracht als te nemen hordes. Ook sturen de meeste fietsers bij het Hekelveld naar rechts en verdwijnen in de Spuistraat. Opmerkelijk voor een plusnetfiets-route, maar misschien is het nog wennen omdat de boel lang was afgesloten. Maar het zou ook goed kunnen dat het aantal fietsers op de Nieuwezijds gedrukt wordt doordat het maar weinig aansluitingen heeft die bruikbaar zijn voor fietsers die naar West of Oost willen, en niet naar stadsdeel Zuid. Zo is er bij de Molsteeg in theorie een verbinding met de Leliegracht (een belangrijke route naar West), maar de fietsoversteek daar staat meestal vol met een ondoordringbare haag van geparkeerde fietsen.
Dus wie hier komend uit de Molsteeg richting CS wil, ziet zich op de Nieuwezijds haast gedwongen onmiddellijk linksaf te slaan ne eerst een stukje tegen de richting in te rijden om bij de tramhalte verderop via een zebra te kunnen oversteken naar de goede kant. En dan is de kans ook groot dat je daar in conflict komt met lotgenoten die ook door gebrek aan oversteekmogelijkheden (of de onvindbaarheid ervan) noodgedwongen tegen de richting in fietsen. Het lijkt alsof men het oversteken met de fiets heeft willen ontmoedigen.
Ook wie wat zuidelijker vanuit de Rosmarijnsteeg − het verlengde van de Elandsgracht, ook een belangrijke fietsroute naar west − de Nieuwezijds op wil, moet om de rijbaan te bereiken ook eerst zigzaggen en hobbelen over een voetpad en een trambaan met sierranden. Bovendien lopen er vaak best veel voetgangers in de weg die geen oog hebben voor fietsers. Kortom, de Nieuwezijds biedt maar beperkte gelegenheid om erop of eraf te geraken.
‘Paleisplein’
Alleen achter het Paleis is er ruimte en gelegenheid om naar het oosten of het westen af te slaan. Hoewel… hier ben je op het zogenaamde Paleisplein, een soort replica van de Dam, waar je (tegen de afspraak) stuitert over een te smal fietspad met een keitjesloper en akelige haakse stoepranden.
Vooral op de kruisingen zijn de fietsroutes (allemaal hoofdnet) nauwelijks te traceren. Het wemelt er ook van de scherpe bochten, tramrails, onverwachte haaientanden en verkeerslichten, die de nodige aandacht vragen. Terwijl ook de automobilisten en voetgangers veelal niet lijken te weten wat er van ze verwacht wordt en zich bijgevolg onvoorspelbaar gedragen, en daardoor van fietsers veel behendigheid eisen. Op rustige tijden is dat te doen, maar die zijn er niet zo veel.
Onduidelijke inrichting
Waar de rijbaan gedeeld wordt met het autoverkeer is hij eigenlijk te smal. Je krijgt er onherroepelijk een taxi of bestelbusje achter je aan.
Ze voorbij laten gaan is op eigen risico met die hoge haakse stoepbanden en goten met straatkolken. Regelmatig ook wordt de weg geblokkeerd door leveranciers. Bij de Nieuwezijds Kolk lijkt het fietspad verdacht veel op een ventweg en dus wordt het door leveranciers en de politie van Bureau Burgwallen ook zo gebruikt. Menig fietser gaat dan de stoep maar op.
De afwisseling van fietspad en met auto’s gedeelde rijbaan leidt ook tot verwarring. Die onduidelijkheid wordt extra in de hand gewerkt door een combinatie van de borden ‘fietspad’ en ‘maximale snelheid 30 km’. Sommige automobilisten kiezen daar de trambaan, andere het fietspad. De enigen die nooit hoeven te twijfelen, zijn de trambestuurders.
Bij het zogenaamde Postzegelpark kunnen automobilisten niet anders dan hun weg vervolgen op de rijbaan met fietsers. Bij de daartoe noodzakelijke draai naar links dienen ze in te voegen bij achteropkomend fietsverkeer en tegelijkertijd tegemoetkomende fietsers ontzien, een hachelijke situatie. Haaientanden moeten dat in goede banen leiden. Voor wie hier voor de eerste keer komt is de situatie haast niet te bevatten.
Beroerd straatwerk
Wat ten slotte opvalt, is hoe beroerd het straatwerk er al vlak na de oplevering bij ligt. Rioolputten liggen diep verzonken en veel randjes zien er slordig uit.
Op sommige plekken zijn de keitjes en klinkers nu al door het verkeer stuk gereden. Met name achter het Paleis liggen hier en daar de keien los, wat de aandacht opeist en dus afleidt van het verkeer en het fietsplezier vergalt. Hopelijk valt dat met wat goede wil nog op te lossen.
We kunnen concluderen dat wat op straat is neergelegd, geen recht doet aan de plusnetfiets-status van de Nieuwezijds: waar je comfortabel en veilig moet kunnen doorfietsen. Duidelijk heeft een andere ambitie van de vernieuwers de overhand gekregen, namelijk een verblijfsgebied creëren voor dagjesmensen en toeristen.