Toen er meer dan 20 jaar geleden geld beschikbaar kwam voor een toekomst-bestendige vernieuwing van het Rijksmuseum, werd daarvoor een prijsvraag uitgeschreven. Het Spaanse architectenbureau Cruz en Ortiz won die wedstrijd. Van de Nederlandse fietscultuur hadden ze geen benul en in hun ontwerp positioneerden ze de nieuwe ingang in het midden van de onderdoorgang. Voor fietsers en voetgangers bleef er onvoldoende ruimte over. Bewoners die dat ontdekten kwamen in opstand en vormden de actiegroep Red de Onderdoorgang, waar de Fietsersbond Amsterdam zich bij aansloot. Eén van de bewoners maakte een nieuw ontwerp op basis van de eerste schetsen van de oorspronkelijke architect Cuypers.
Na een flinke lobby en acties besloot stadsdeel Oud-Zuid in 2005 dat de onderdoorgang voor fietsers en voetgangers was en niet voor de entree van Cruz en Ortiz. Ondanks het chagrijn van velen die vonden dat een stadsdeel daar toch niet over kon beslissen. Volgens sommigen ging een stadsdeel over de vergunning voor een patatzaak, niet voor zoiets grandioos als het Rijksmuseum.
Nieuw verzet
De zaak leek beklonken, totdat Wim Pijbes in 2008 aantrad als nieuwe directeur van het museum. Een Rotterdamse straatvechter, zo werd hij genoemd. En hij ging meteen in de aanval met het bewerken van de nieuwe bestuurders van een intussen twee keer zo groot geworden stadsdeel Zuid. En met succes: zij besloten dat fietsers in het vervolg maar om het museum heen moesten fietsen. Dat was ook veiliger, volgens een duur consultancyrapport. Maar de Fietsersbond schoot flinke gaten in de onderbouwing van die conclusie: bij narekening bleek fietsen in de onderdoorgang veiliger dan om het museum heen.
Uiteindelijk moest de gemeenteraad een besluit nemen, want nu ging het om het wijzigen van het Plusnet Fiets en daar gaan de raadsleden over. Dankzij een vlammend betoog van wethouder Eric Wiebes besloot de raad dat alles zou blijven zoals het was. Daarmee was de onderdoorgang gered voor fietsers.