Hoofdnet Fiets
De meeste straten in Amsterdam zijn duurzaam veilig ingericht. Maar sommige doorgaande routes moeten extra goed zijn ingericht. Die routes zijn in 2005 vastgelegd als de ‘hoofdnetten’ voor auto, OV en natuurlijk de fiets.
Het hoofdnet fiets is redelijk fijnmazig om de belangrijkste herkomsten en bestemmingen van fietsers te kunnen verbinden. De routes en de kwaliteitseisen (veilig, snel, comfortabel, aantrekkelijk) staan beschreven in een beleidskader uit 2005.
In de Leidraad van de Centrale Verkeers Commissie staan richtlijnen die specifiek op de Amsterdamse situaties zijn toegesneden.
Als een straat onderdeel is van het hoofdnet fiets, moet ze bij herinrichting een fietsvriendelijke inrichting krijgen. Op deze manieren zijn veel straten in Amsterdam ten goede veranderd.
De hoofdnetten van fiets, OV en auto kruisen elkaar en lopen soms samen. Vooral in smalle straten passen dan niet alle wensen en eisen: terras, uitstalling, trottoir, fietsparkeren, bomen, fietspad, autoparkeren, rijbaan, vrije trambaan in beide richtingen. En bij een kruispunt kan niet iedereen voorrang krijgen. Dan moet je kiezen.
De Mobiliteitsaanpak moet handvatten geven voor die keuzes. Bijvoorbeeld door het bepalen van ‘plusnetten’, alweer voor auto, OV en fiets.De kaarten voor de plusnetten zijn nog in ontwikkeling. Op de Mobiliteitsaanpak reageerden we met een zienswijze en later nog eens met een inspraakreactie.
Fiets en OV kunnen elkaar versterken, bijvoorbeeld met de fiets als voor- en natransport van de metro en de trein. Maar ook zitten de netwerken elkaar wel eens in de weg, zoals we uitzetten in onze inspraakreactie op de OV-investeringsplannen van de stadsregio.
Ook de Stadsregio Amsterdaminvesteert in veilige en comfortabele fietsroutes. Zij investeert om het regionale fietsnetwerk op orde te krijgen. In Amsterdam is dit een deel van het hoofdnet fiets.