Bij de Fietsersbond geloven we dat een betere inrichting van de openbare weg de kans op conflicten tussen de verkeersdeelnemers verkleint en daardoor ook de kans op het ontsporen van het gedrag van fietsers. Dat geldt bijvoorbeeld voor spookfietsen, stoepfietsen, foutparkeren en roodlicht negatie. Hieronder wat voorbeelden van hoe we ons dat voorstellen.
Spookrijden
Het aanleggen van brede fietspaden die fietsers in twee richtingen mogen berijden, voorkomt spookrijden – d.w.z. tegen de richting fietsen. Een bijkomend voordeel van brede fietspaden is dat fietsers goed naast elkaar kunnen fietsen zonder andere fietsers te hinderen en ook hoeven bakfietsen niet hinderlijk te zijn. Verder is er met voldoende ruimte geen reden om op de stoep te fietsen. In Nieuw-West zijn een aantal voorbeelden van zulke fietspaden te zien met ook op rotondes 2-richtingsverkeer.
Meer en betere oversteekmogelijkheden voor fietsers
Spookrijden is ook vaak het gevolg van het feit dat een straat niet veilig kan worden overgestoken. Dit probleem wordt veroorzaakt door fysieke blokkades (bijv. heggen, hekken, geparkeerde auto’s, verhoogde tram- of busbaan, hoge stoepranden; zie foto onder) of door druk autoverkeer. Zijn er bovendien maar weinig geregelde oversteekplaatsen en ligt je bestemming verderop tegen de rijrichting in, dan is het verleidelijk om je weg te vervolgen door de stoep te gebruiken of op het fietspad te spookrijden. In dit soort situaties bieden 2-richtingsfietspaden een oplossing. Andere opties zijn het verwijderen van obstakels die het oversteken moeilijk maken of het verkleinen van de afstand tussen de oversteekmogelijkheden.
Vervangen of anders inrichten van kruispunten met verkeerslichten
Vaak moet een fietser die op een kruispunt met verkeerslichten linksaf wil slaan, twee keer voor rood wachten. Het is dan erg verleidelijk om ruim vóór het kruispunt de straat over te steken om bij het kruispunt via de stoep linksaf te gaan en iets verderop weer naar de rechterkant van de straat over te steken. Zeker waar de stoepen breed zijn, is dat een verleidelijk alternatief.
Maar zulk gedrag wordt voorkomen als kruispunten met verkeerslichten worden vervangen door rotondes waarop fietsers voorrang hebben. Een andere mogelijkheid is het kruispunt zó in te richten dat fietsers bij een kruising links kunnen voorsorteren op een opstelstrook voor fietsers vóór de auto’s over de breedte van de rijbaan. Bij zo’n zgn. Opgeblazen Fiets Opstel Strook (OFOSOFOS Opgeblazen Fiets Opstel Strook; zie foto onder) hoeven fietsers bij het linksaf slaan alleen rekening te houden met tegemoet komend verkeer, wat overzichtelijker, dus makkelijker en veiliger is. Een OFOS heeft meer voordelen: fietsers kunnen vóór de achterop komende auto’s de kruising over en lopen ook minder risico bij groen in tijdnood te komen. Ook het risico van dodehoek-ongevallen wordt kleiner: de kans wordt kleiner dat een rechtsaf slaande (vracht)auto een rechtdoor gaande fietser rechts van zich over het hoofd ziet.
Nog een andere mogelijkheid is om auto’s en fietsers niet gelijktijdig groen licht te geven. In plaats daarvan krijgen alle fietsers op de kruising gelijktijdig groen licht, terwijl de auto’s rood licht hebben. Alle fietsers kunnen dan in een keer het kruispunt oversteken, zowel recht als diagonaal, waarbij ze onderling de normale voorrangsregels in acht nemen. Belangrijk is wel dat de wachttijd voor fietsers niet onevenredig lang wordt (en door rood rijden verleidelijk). Zie ook hier.
Wat dat wachten betreft zou het − overal waar dat veilig kan − voor fietsers mogelijk en toegestaan moeten zijn om bij rood licht rechtsaf te slaan. Waar de fietser na het rechtsaf slaan direct weer op een fietspad of fietsstrook terechtkomt, hoeft dat niet gevaarlijk te zijn. Veel fietsers brengen het rechtsaf door rood rijden al in de praktijk. Wanneer de gewenste vrije doorgang belemmerd wordt door andere fietsers ontstaat de verleiding er omheen te rijden. Soms probeert men snel met een ruime boog links om de wachtende fietsers heen gaan en hen voor te zijn vóór het verkeerslicht op groen springt. Omdat die route niet zonder risico is, wordt ook wel gekozen voor de stoep als doorgang. Op ruime kruisingen, zoals die hieronder, wordt het de afslaande fietser makkelijk gemaakt door het fietslicht voorbij het kruisende fietspad te plaatsen (ook niet probleemloos).
En dat brengt ons op een belangrijke oorzaak van rood licht-negatie: fietsers moeten steeds langer wachten op groen. Dat gebeurt vooral op kruisingen waar trams of bussen rijden die hun eigen lichten op groen en die van anderen op rood kunnen zetten. Natuurlijk maken die wel enige aanspraak op die voorrang als ze goed gevuld zijn met passagiers, maar zo’n ingreep mag natuurlijk niet veroorzaken dat de wachttijd voor het andere verkeer ongeloofwaardig lang en daardoor onacceptabel wordt. Ook in zulke situaties kunnen de verkeerslichten soms helemaal verdwijnen. Voorbeelden waar dat gebeurd is zijn de kruising bij de Munt (hieronder) en op het Alexanderplein. Het Frederiksplein zou hiervoor ook een geschikte kandidaat zijn. Zie ook hier.
Meer en beter fietsparkeren
Omdat er nog steeds groei zit in het aantal fietsers, neemt ook het aantal geparkeerde fietsen toe. Maar de mogelijkheden om fietsen veilig, comfortabel en dicht bij de plaats van bestemming te parkeren, lijkt niet of nauwelijks toe te nemen. De Fietsersbond is daarom sterk voorstander van het vervangen van autoparkeerplaatsen door fietsparkeerplaatsen. Daardoor zal de plaag van geparkeerde fietsen op de stoep minder worden.
Ook is het noodzakelijk dat er bij ingangen van supermarkten en andere drukbezochte plekken voldoende fietsparkeerplaatsen (voor kort parkeren) beschikbaar zijn. Omdat je fietstassen niet zo degelijk kunt afsluiten als de kofferbak van een auto, kan je van fietsers niet verlangen dat zij hun fiets vol met boodschappen langere tijd onbeheerd achterlaten wanneer ze een winkelkarretje willen terugbrengen of een snelle boodschap in een andere winkel willen doen. Ook zullen veel fietsers er tegenop zien als ze ver moeten lopen met zware boodschappentassen.
De Fietsersbond heeft er begrip voor dat het fietsparkeren zoals nu op veel drukke plekken gebeurt aan banden wordt gelegd, maar dan moet wel voldaan zijn aan de voorwaarde dat er voldoende fietsparkeerplekken beschikbaar zijn.
De Fietsersbond is ook voor een beleid van het verwijderen van fietswrakken en weesfietsen, zodat meer fietsparkeerplaatsen beschikbaar komen voor fietsen die in gebruik zijn. Wij ondersteunen daarom de zogenaamde 6 weken-regel, die maakt dat de gemeente fietsen mag weghalen die langer dan zes weken ongebruikt in een rek staan.
Meer informatie
– Fietsersbond landelijk
– Aanbevelingen fietsinfra Fietsberaad (Platform Veilig Fietsen